“Vind je jezelf niet nogal jong om al zo bitter en boos te zijn?” zo luidde de vraag van de medewerker van de gemeente die mij zou helpen uit de bijstand te komen. Had ik daar toen een passend antwoord op? Ja en nee. Een waterval van beklag was niet echt gepast, ze zat er immers om mij te helpen binnen een systeem waarin ze geen hand heeft gehad. Terwijl een simpele nee ook geen eer deed aan de gedachten die toen door mijn hoofd raasden.
Het idee dat je, als je jong bent, niet bitter kunt zijn vind ik maar raar. Zo jong ben ik niet eens, over twee weken mag ik mezelf al een kwart eeuw oud noemen. Voor hen die jonger zijn dan ik, zie ik alleen maar meer reden om bitter, maar zeker ook boos, te zijn. In de afgelopen jaren hebben we bijvoorbeeld de hele jeugdzorg ineen zien storten. In plaats van kordaat beleid vanuit de regering, wordt er nu gezegd dat we minder snel naar de psycholoog moeten. Alsof onze mentale problemen er niet toe doen. Zo’n houding, zo’n falend beleid, heeft ervoor gezorgd dat veel van ons jongeren wel iemand kennen die zichzelf pijn doet, die zichzelf van het leven heeft beroofd. Lijkt me logisch dat je dan boos wordt, en vooral boos blijft.
Dan hebben we het nog niet eens gehad over het opbranden van onze aarde. Die recorddroogte van afgelopen maand kunnen we toch echt niet wijten aan Suzan & Freek’s nieuwe nummer ‘Nooit Meer Regen’. Dat is toch echt de schuld van de mensen aan de top die winsten boven een leefbare toekomst kiezen. Als we er vervolgens wat van zeggen worden we genegeerd, of op zijn best gecomplimenteerd met loze woorden. “Goed dat jullie je zo jong al inzetten voor een betere wereld”, hoor je dan uit de mond van iemand die zich tegelijkertijd ergert aan de blokkade van de A12. Een blokkade door mensen die eveneens bitter, dan wel boos zijn.
Dan is er nog de situatie waardoor die vraag aan mij gesteld werd: de bijstand. Het aantal mensen dat daar een beroep op doet, schommelt zo rond de 400.000. Hun situaties variƫren gigantisch. Voor mij was het simpel: ik kwam 1 week salaris tekort om een beroep te doen op het UWV, op de WW-uitkering. Ik ben enigszins hoogopgeleid, maar in de bijstand doet dat er niet toe. Er wordt van je verwacht dat je werk zoekt waar je zo snel mogelijk terecht kunt, of het nu op niveau is of niet, of je van het salaris kunt leven of niet. Het draait alleen om werken. Anders ben je een parasiet op de samenleving. Als het een tijdje duurt voordat je voor een kantoorbaan op gesprek kunt, maar je kunt binnen drie dagen in een keuken terecht, dan moet je die keuken in. Daar werd ik nogal bitter van.
Een symptoom van een maatschappij die te veel om werk geeft. Eentje die niet zozeer om de blijdschap van de mensen geeft. Eerder om het geld dat ze binnenhalen voor hun baas. Uiteraard maken mensen zich ook zorgen om wat ze zelf binnenhalen. Maar dat lijkt secundair te zijn geworden. Wanneer levensvoorzieningen een verdienmodel zijn geworden, is er toch geen kans meer om fatsoenlijk van je salaris te leven. Huur voor minstens 1.000 euro per maand, een zorgverzekering waarvoor je al snel geen toeslag meer kunt krijgen. En dan gek vinden dat ik als jongere daar boos om ben. “Dat is hoe het leven is” hoor je dan vaak. Maar nee. Dat is hoe we het leven laten zijn.
Dus, vind ik mezelf niet nogal jong om bitter en boos te zijn? Voluit nee. Daar heb ik genoeg aanleiding toe gekregen. Iedereen die zich jong durft te noemen, heeft daar genoeg aanleiding toe gekregen. Dus waarom zijn we niet bozer? Waarom laten we onze bittere woorden niet vloeien? Dat is toch wel het minste dat we hebben verdiend?